Desem voor dummies: zo bak je een heerlijk zuurdesembrood

Ovenhandschoenen in de aanslag: Als je weet hoe je zelf dit heerlijke brood maakt, zit je gebakken.

Klaar voor de start(er)? Af! Als je een zuurdesembrood bakt, gebruik je geen gist uit een zakje, maar maak je zelf een gistcultuur, ook wel starter genoemd. Een starter is een mini-ecosysteem met bacteriën en gisten. We geven toe: dat klinkt best vies, maar laat je niet afschrikken. Het zorgt voor de heerlijke smaak van het brood, en zonder starter kan het brood niet rijzen.

Dag één Klaar voor de starter? Doe 50 gram meel en 50 ml lauw water in de pot en roer het goed door. Zijn er geen klontjes meer te vinden? Dan dek je de pot af met vershoudfolie en bewaar je hem 24 uur op kamertemperatuur. Blijf dus uit de buurt van de koelkast.

Dag twee Het begin is gemaakt, maar om een goede starter te krijgen, moet je hem dagelijks voeden. Dit doe je door opnieuw 50 gram meel met 50 gram water te mixen. Dit mengsel roer je door de eerste portie van je starter heen. Herhaal deze stap vijf dagen op rij.

Zeven dagen later... Na twee of drie dagen voeden ga je luchtbelletjes zien en krijgt het mengsel een zurige geur. Schrik hier niet van; een starter leeft, dus gebubbel en gepruttel is een goed teken. Er kan wat grijzig water bovenop liggen; ook dat is geen reden voor zorg. Je kunt het gewoon door de starter roeren voordat je weer een nieuwe portie voeding toevoegt. Na zeven dagen is het brouwsel af. Gefeliciteerd met je allereerste zuurdesemstarter!

Lees ook: Fokking makkelijk recept: griezelige halloweentaart (inclusief spinnenweb)

Bake it till you make it Nu je starter af is, kun je gaan bakken. We hopen niet dat je te veel honger had, want inderdaad, dit proces kost tijd. Meng ongeveer 200 gram van de starter met 50 gram bloem en 50 milliliter water. Daarna dek je de kom met het deeg erin af en laat je het vier tot zeven uur rusten op kamertemperatuur.

Is de tijd voorbij? Dan meng je de starter met 500 gram bloem en 250 gram water. Voeg ook een eetlepel zout en een eetlepel suiker toe. Mix dit door elkaar met een spatel. Wordt het deeg steviger? Dan kun je de handen uit de mouwen steken en verder kneden met de hand. Ga hiermee door tot het deeg elastisch aanvoelt.

Nog heel even geduld Als je klaar bent met kneden, vet je een schaal in met wat olie en laat je het deeg vier uur rijzen. Tijdens het wachten kun je een rijsmandje pakken en deze bestrooien met bloem. Hier gaat zo het deeg in, zodat je brood later een mooie vorm krijgt. Heb je geen rijsmandje? Dan kun je ook een theedoek besprenkelen met bloem en deze in een kom leggen. Nadat je het deeg erin hebt gelegd, dek je de schaal of mand af en laat je het 12 uur rusten in de koelkast.

Wat bak jij ervan? Als je tot hier bent gekomen, ben je in ieder geval heel geduldig. Respect daarvoor. Gelukkig is het nu dan echt zover: we kunnen eindelijk gaan bakken. Dat doe je in een ovenvaste pan met gietijzeren deksel. Verwarm de oven voor op 230 graden en zet de pan tijdens het voorverwarmen vast in de oven. Als de oven op temperatuur is, haal je de pan eruit. Ideaal, zo is hij alvast goed heet voor het bakken van het brood.

Stort het deeg vanuit het rijsmandje op een bakpapiertje en leg dat in de pan. Maak met een scherp mesje wat inkepingen in het brood. Door lekker creatief te zijn, ziet je brood er straks net zo goed uit als dat hij smaakt. Doe de deksel op de pan en zet het in de oven.Na 35 tot 40 minuten bakken is je brood goudbruin en gaar. Twijfel je? Klop dan even op de onderkant. Als het hol klinkt, is je desem ready to go.

Lees ook: Dat meen je niet: dit is waarom je je pan wil insmeren met komkommer

Smakelijk! Als dat heerlijk geurende desembrood uit de oven komt, wordt je geduld opnieuw getest. Want eigenlijk moet je hem eerst nog een uurtje laten afkoelen. Geloof ons: het wachten wordt beloond. Want hier kun je je buik mee vullen zonder dat je bankrekening leegloopt. Of je bakt een tosti, dat kan natuurlijk ook.