Nou, weet je dat ook weer: dit is waarom pijpen 'pijpen' en beffen 'beffen' heet

Er voelt weinig zo goed als de zin beginnen met 'wist je dat', om vervolgens hét feitje van de eeuw op tafel te gooien. Daarom geven wij gratis en voor niets een uitzonderlijk goed feitje weg: wist je dat dít de reden is waarom pijpen 'pijpen' en beffen 'beffen' heet?

Het is ook leuk om te weten dat de zonsopkomsten op Mars blauw zijn en dat de kwaak van een eend geen echo heeft, maar dit pijpen-beffen feitje raakt je op een persoonlijk niveau. Het komt wat dichterbij dan de zonsopkomsten op Mars.

Pijpen en fluiten We spreken in Nederland best klare taal als het gaat om orale bevrediging: vingeren doe je met je vingers en aftrekken spreekt ook best voor zich, al nemen we die liever niet te letterlijk. Toch heeft pijpen niets te maken met wat voor pijp dan ook. Niet met een afvoerpijp, een regenpijp of een pijp die je kunt roken. Waar het wel mee te maken heeft? Doedelzakspelers. 

Dat zit zo. Pijpen betekende vóór 1950 'op een fluit spelen'. In het Latijn was een pipa (pijp) namelijk een blaasinstrument. Een band van doedelzakspelers wordt nog altijd een pipe band genoemd. Daardoor hield 'pijpen' ook in het Nederlands lang de betekenis 'fluitspelen'. Denk maar aan het spreekwoord 'naar iemands pijpen dansen', iemand speelt op zijn fluit en de ander danst op het melodietje. Niks seksueels aan. Waarom er in de jaren vijftig vervolgens is besloten om deze term ook toe te passen op het mannelijk geslachtsorgaan is onbekend, maar we kunnen de visie enigzins begrijpen. Fluit bespelen, piemel bespelen, zoiets? 

Lees ook: Kletsen over ketsen: 'Ik vind iemand pijpen of beffen het lekkerste wat er is'

Beffen, mutsen en de onderwereld Beffen stamt niet af van een muziekinstrument (de mondharmonica was perfect geweest), maar van een oude benaming voor het vrouwelijke geslachtsdeel, die gebruikt werd in het Bargoens. Dat is een taal die tot de eerste helft van de twintigste eeuw werd gesproken door mensen uit de onderwereld. Het woord 'tokkelen', wat tegenwoordig duidt op een masturbatietechniek, stamt bijvoorbeeld ook af van het Bargoens. En een vulva noemde men een 'bef'. Hebben we weer een feitje voor je: wist je dat dit voor het eerst zo genoemd werd in 1510? Een andere theorie is dat een muts met een bontje vroeger ook een 'bef' werd genoemd. Het vrouwelijk geslachtsorgaan wordt nog weleens als 'muts' aangeduid (kunnen we daar alsjeblieft heel gauw mee stoppen), dus ook daar kan een connectie liggen. En zo is 'bef' ooit 'beffen' geworden. Op de een of andere manier is het blijven hangen, ook al noemen we pijpen ook niet piemelen of pikken. Ach, beffen it is.