Deze smaak is er ook nog: 7 tekenen dat je ambivert bent

Bij the big five denk je vast aan leeuwen en olifanten spotten tijdens een safari in Zuid-Afrika. Maar het is ook de term die in de psychowetenschap wordt gebruikt voor de meest voorkomende eigenschappen bij de mens. Dit zijn ze: extravert of introvert, vriendelijk of onvriendelijk, nauwgezet of slordig, stabiel of labiel, autonoom of volgzaam. Vooral introvert en extravert gebruiken we veel om onszelf en anderen te duiden.

Nieuw hokje Als je iets te luidruchtig en enthousiast het hoogste woord voert in een gesprek heb je al snel het stempel extravert te pakken. Zit je zaterdagavond het liefst in je bank gekropen met een boek of scherm voor de neus? Duidelijk: jij bent zo introvert als wat. Als je de mensen om je heen mag geloven dan. Maar zo zwartwit is de wereld natuurlijk niet. Psychologen bedachten in de jaren zeventig de naam ambivert. Het hokje dat je mag aankruisen als extraverte introvert.

Lees ook: Janneke: 'Omdat ik financieel vrij ben, denken mensen snel aan bakken geld'

Ambiwattes? Een ambivert is een persoonlijkheidstype dat tussen introvert en extravert in zit. Waar een extravert continu prikkels opzoekt en een introvert ze zoveel mogelijk mijdt, schommelt de ambivert meer. Een ambivert kan prima in een groep én alleen, zonder dat ze daarbij over- of onderprikkeld raakt. Dikke winst dus! Dat betekent niet dat je precies in het midden zit van die twee, maar dat je gewoon niet standaard in het hokje van de twee uitersten past en wat meer nuances kent.

Niet dat je jezelf nou meteen in een hokje moet duwen. Maar makkelijk is het wel als je jezelf kan categoriseren, niet? Zeven tekenen dat je misschien wel een ambivert bent:

1. Ambivert of toch extravert: je weet het zelf eigenlijk niet helemaal Als anderen het al niet doen, je in een hokje stoppen, doe je het zelf wel. Maar de ene keer neig je naar hokje één, de andere naar twee. Lastig. Toch maar eens een rondje langs je bff's, collega's en verre nichten. Verrassend genoeg zeggen ze allemaal wat anders. Niet dertien in een dozijn dus. Duidelijke eerste aanwijzing dit.

2. Feestmodus aan of pyjama aan: beste van twee werelden Een extravert hangt altijd in de lampen, een introvert zit thuis voor de buis met een kop thee. Dat is, overdreven gezegd, wat je vaak hoort. Voor jou als ambivert kan het allebei. Een weekendje feesten of een weekend genieten van de rust in je eigen huis doet je beide goed. Na beide weekenden voel jij je opgeladen.

3. Lulijzer met luisterkwaliteiten Weer iets waarin jij als ambivert de genuanceerde zelve bent. Je kletst lekker als je met mensen bent, zeker als het onderwerp je aanstaat, maar je voelt ook aan als het tijd is om even je waffel te houden. Een ander z'n moment geven is iets waarmee jij ook geen moeite hebt. Sterker nog: 'wat kun je toch goed luisteren' is iets wat je regelmatig hoort. Steek die maar in je zak!

4. Sociaal maar met afstand Je houdt ervan om je met je vrienden te zijn. Maar in die groepsapp die maar doorgaat meng je je niet al te veel. Niet álles hoeft altijd maar samen. Altijd alles met de vriendengroep doen voelt verstikkend. Liever zoek je het zelf op wanneer je er zin in hebt en hou je op andere momenten wat meer afstand.

5. (Liever) geen onzinpraat Oppervlakkig kletsen: je kunt het wel, maar veel liever heb je het over je zielenroerselen en dingen die echt je aandacht hebben. Vanuit sociale wenselijkheid doe je veel. Ook op die verjaardag knikken als Gerda losgaat over het aantal verkouden mensen dat weer toeneemt. 'Het heerst hè?' Maar echt lekker voelt zo'n gesprek niet voor jou. Lees ook: Na 4 uur de out-of-office aan? Volgens deze theorie levert je werk er meer door op

6. Ouwe aanpasser dat je er zit Je bent gevoelig voor sfeer en hoe de ander is, en kan daarin meegaan. Dat is een topeigenschap, want het bevestigt weer dat je jou op veel plekken kan neerzetten zonder dat jij je er vervelend bij voelt. Je past je aan. Praat de een rustig en kalm? Jij ook. Komt er een Vrolijke Frans op je pad, dan word jij vanzelf ook weer druk en kletserig.

7. Je gaat lekker, lekker stabiel Bij jou over het algemeen geen enorme emotionele rollercoasters. Een ambivert kan zich aanpassen aan veel verschillende situaties, van een drukke mensenmassa tot een stille bibliotheek. Dat was nu wel duidelijk. Omdat je je in die beide uiterste situaties goed voelt, ben je dus lekker stabiel. Goed voor elkaar.

Testjes vind je genoeg online. Maar wil je in 20 korte vragen meer weten, zonder e-mailadres in te vullen en andere tijdrovende toestanden? Doe deze test dan even.