Body & Mind
Hoe blijf je trots en solidair ná de Pride-maand?
Gepubliceerd op
11 oktober 2022 om 15:00
Bron / Fotografie
tekst Tessel ten Zweege, fotografie Tom ten Seldam, styling Daphne Weersink
Gepubliceerd op
11 oktober 2022 om 15:00
Bron / Fotografie
tekst Tessel ten Zweege, fotografie Tom ten Seldam, styling Daphne Weersink
Pride is een paradijs van regenboogvlaggen en seksuele vrijheid. De wekelijkse meldingen van geweld tegen LHBTI+-ers laten alleen een ander beeld zien. Daarom een oproep om solidair te zijn. Ook nu, ná het regenboogparadijs.
Het hele jaar kijk ik uit naar augustus. Het is de Nederlandse equivalent van pride month, die in de Verenigde Staten in juni wordt gevierd. In het ene zomerweekend struin ik aangeschoten door het Westerpark op Milkshake Festival in een setje dat mijn gebruinde billen onthult. De week erna sta ik tussen een delegatie hete biseksuele mensen op een boot te feesten tijdens de canal parade. Ik begrijp dat Pride Amsterdam internationaal bekendstaat als een voorbijdrijvend kinky-carnaval. De halfnaakte mannen in leer, knalroze boa’s en het gelach dat over de grachten galmt, lijken ver verwijderd van de discriminatie waar de LHBTI+-gemeenschap mee te maken krijgt. We staan immers te dansen en te drinken in plaats van te protesteren of petities te ondertekenen. Toch liggen die twee niet zo ver van elkaar.
Dit jaar sta ik op de Bi+boot voor mensen die op meer dan één gender vallen. Het is voor het eerst dat de bi+-gemeenschap zo prominent meevaart; de B in LHBTI+ is vaak onzichtbaar tijdens Pride. Als bi+-personen met iemand van hetzelfde gender staan te tongen worden we vaak als homoseksueel gezien, als we met iemand van een ander gender lebberen, zien we eruit als hetero. Discriminatie tegen bi+-personen komt vaak voort uit monoseksisme. Het idee dat je maar op één gender zou kunnen vallen en dat biseksualiteit dus eigenlijk niet bestaat, of niet hoort. Deze discriminatie komt vaak vanuit de heterosamenleving, maar soms ook van de eigen LHBTI+-community. ‘Ben je niet gewoon hetero?’ ‘Is het niet gewoon een fase?’ Dat terwijl de biseksuele Brenda Howard notabene ‘The Mother of Pride’ wordt genoemd.
Die eerste baksteen Even terug in de tijd, want hoe is Pride nu eigenlijk ontstaan? Daarvoor moeten we terug naar eind jaren zestig in Amerika. Het was toen niet ongewoon als de politie LHBTI+’ers niet beschermde, maar juist lastig viel. In New York City viel de politie met enkele regelmaat bars en clubs binnen om mannen die op mannen vielen te treiteren en transgender mensen te vragen naar hun id-kaart. Wanneer ze niet leken op hun paspoortfoto of er stond een ander geslacht geregistreerd dan hoe ze er uitzagen, kon de politie trans mensen oppakken. Ook was er sprake van racisme en waren LHBTI+-ers vaak arm, omdat homofobe werkgevers geen mensen uit de gemeenschap wilden aannemen.
Uit frustratie kwamen de LHBTI+-ers in opstand. Ze hadden het gehad met de alledaagse discriminatie en het geweld van de politie. Op 28 juni in 1969 vonden de Stonewall-rellen plaats, waarin LHBTI+-icoon Marsha P. Johnson de eerste baksteen tegen de bakkes van een politieagent gooide. ‘Mother of Pride’ Brenda Howard, collega-activist van Marsha P. Johnson, besloot de riots elke 28 juni te herdenken en dit evenement werd ‘Pride’ genoemd.
In Nederland werd de eerste grote LHBTI+-demonstratie georganiseerd door een lesbische actiegroep in 1977. Pride zoals we het nu kennen, varend door de Amsterdamse grachten, ontstond zo’n twintig jaar later pas. Een stichting genaamd Gay Business Amsterdam nam de organisatie over. Zij zagen de week in augustus meer als een gelegenheid om je vrijheid en seksualiteit te vieren, dan als een moment om in opstand te komen. Tegenwoordig vieren we Pride heel anders dan hoe het concept na de Stonewall-rellen is geboren. Er vliegen zelden bakstenen door de lucht en de politie vaart in Amsterdam zelfs mee op een eigen boot genaamd Roze in Blauw. Pride zoals we het nu kennen, kan op de nodige kritiek rekenen. Is het wel inclusief genoeg? Is het niet te commercieel? Wat doet een uitgedoste ING-boot op een parade die niet om bedrijven, maar om de LHBTI+-gemeenschap zou moeten gaan?
Regenboogparadijs Terug naar afgelopen Pride. Vanaf de kade kijken duizenden mensen toe. Een bejaard stel zwaait van achter de geraniums op de Prinsengracht met plastic regenboogvlaggetjes naar onze voorbijgaande boot. De rimpels in hun gezicht verdiepen door hun brede lach, hun broze handen houden de balkonrailing stevig vast. Ik krijg tranen in mijn ogen als ik denk aan de homofobe opmerkingen die ik van hun leeftijdsgenoten heb moeten verteren in mijn leven. Tijden veranderen, en sommige oudjes veranderen gelukkig mee.
Twee verdiepingen naar beneden staat een groep van vier jongeren. Twee ervan zijn gehuld in het bekende roze-paars-blauw van de bi-vlag. Op die leeftijd was ik nog niet eens uit de kast. Ik denk aan het moment dat ik op mijn achttiende voor het eerst aan een vriend toevertrouwde dat ik dacht bi te zijn. ‘Dat denk ik niet,’ reageerde hij. ‘Je bent gewoon in de war.’ Ik zwaai en roep naar mijn jonge lotgenoten. We zenden luchtkusjes over en weer totdat ik moet bukken omdat de Bi+-boot een brug onder vaart. In de volgende straat feest een groep lesbiennes op een aangelegde boot. Ze houden borden omhoog met ‘Show some boobs for the lesbians!’ Empatisch en exhibitionistisch dat ik ben, doe ik dat natuurlijk. Alles voor de community. Amsterdam is een paradijs van regenboogvlaggen en seksuele vrijheid. Ik zie vrouwen met elkaar zoenen op straat en dragqueens die in vol ornaat op bruggen staan te dansen. Mijn maag draait zich om als ik realiseer dat ik op deze exacte plek – de hoek van de Prinsengracht – enkele maanden geleden nog ben uitgescholden omdat ik in regenboogkousen naar huis liep. Twee straten verder werd mijn huisgenoot voor flikker uitgemaakt. Dragqueens begeven zich zelden buiten de Reguliersdwarsstraat – waar je in Amsterdam de meeste gaybars kan vinden – omdat ze er niet op zitten te wachten om in elkaar getimmerd te worden.
In Amsterdam zijn er gemiddeld drie meldingen van anti-homo-geweld per week. De reden dat de hoofdstad tijdens Pride zo magisch en paradijselijk aanvoelt, is vooral omdat dat alle andere weken in het jaar niet zo is. De blijdschap die ik voel als ik jongeren open en bloot voor hun biseksualiteit zie uitkomen, komt door de onzichtbaarheid waar we de rest van het jaar aan gewend zijn. En mijn exhibitionistische trekjes steken af tegen de opmerkingen die ik normaal te horen krijg als mijn rokje ‘te kort’ is.
Spreek je uit Nu is het oktober, trekt de zon bijna weg en is het eigenlijk wachten geblazen op het paradijs van volgend jaar. Mijn glitterende knalroze acrylnagels zijn vervangen en mijn babyroze turnpakje hangt weer in de kast. Toch laat ik het er de rest van 2022 niet bij zitten.
Wat jij kan doen – óók als je niet tot de LHBTI+-gemeenschap behoort?
Tessel ten Zweege (1998) is auteur van Dat zou jij nooit toelaten en Voorbij de verbijstering. Ze wordt wild van feministische literatuur en pasta met schaal- en schelpdieren.
delen
Redactie
@andcgramHet komt wellicht niet als een gigantische schok, maar de &C-redactie bestaat uit alleen maar vrouwen. De een heeft een kind, de ander een plant, maar allemaal hebben ze een koffieverslaving. Oh, en ze dragen heus weleens wat anders dan pastel.