Eline (33) adopteerde drie kinderen tegelijk: 'Ze wilden terug naar Hongarije'

Oh Baby!

Eline (33) adopteerde drie kinderen tegelijk: 'Ze wilden terug naar Hongarije'

Cilla Peters
Door

Cilla Peters

Gepubliceerd op

24 november 2022 om 20:00

Bron / Fotografie

fotografie Eline van der Woude

Gepubliceerd op

24 november 2022 om 20:00

Bron / Fotografie

fotografie Eline van der Woude

Toen Eline van der Woude (33) de derde miskraam op rij kreeg, besloten zij en haar man Sander te stoppen met zelf proberen zwanger te worden. Ze verdiepten zich in adoptie, en kwamen er al snel achter dat er een tekort is aan gezinnen die broers en zussen adopteren. Dat idee sprak ze meteen aan: Eline en haar man droomden altijd al van een groot gezin. Inmiddels hebben ze, naast zoon Noah, drie dochters.

Eline: 'Toen onze biologische zoon Noah een jaar was, wilden we voor een tweede kindje gaan. Helaas verloor ik drie zwangerschappen, waaronder een dochter in een later stadium, en brak er een verdrietige periode aan. De artsen zagen de miskramen als pech, en dachten dat ik een volgende zwangerschap wel zou voldragen. Op een avond bracht ik Noah naar bed, en schoot ineens door mijn hoofd dat er overal ter wereld kinderen gingen slapen zonder nachtzoen van hun ouders. Daardoor kreeg ik heel sterk het gevoel: adopteren is iets voor ons – ik wil andere kinderen ook een liefdevol en veilig thuis geven. Toen besloten we om zelf te stoppen met proberen te zwanger worden, en voor adoptie te gaan.

Noah was geen gelukkig enig kind: hij was door het dolle heen als neefjes of nichtjes bleven slapen, leefde op als er kinderen langskwamen. Hij miste de reuring in huis. We hebben een tijd pleegzorg gedaan, maar verlangden naar gezinsuitbreiding met kinderen die voor altijd bij ons zouden blijven. We gunden het hem zo om grote broer te zijn.

Er is een groot tekort aan ouders die meerdere broertjes of zusjes tegelijk adopteren, waardoor die kinderen vaak van elkaar gescheiden worden. Hartverscheurend vind ik dat. Adoptiekinderen verliezen al zoveel, en dan ook nog elkaar. Maar een adoptietraject duurt lang. Nog voordat er überhaupt een match was, moesten we ter voorbereiding een heel proces doorlopen. We gingen naar verplichte voorlichtingsbijeenkomsten, lazen boeken, spraken af met andere adoptieouders, voerden intensieve gesprekken met de Raad voor de Kinderbescherming en ondergingen medische keuringen. Daarmee werd gecontroleerd of we fysiek in staat waren om voor kinderen te zorgen, maar ook om uit te sluiten dat Sander of ik een ziekte heeft waardoor we mogelijk vroegtijdig komen te overlijden. Dan zou een kind dat al door adoptie zoveel heeft verloren, nog een groot verlies moeten meemaken.

Lees ook: Lauren was jarenlang nanny: 'Ik werd ingevlogen om op een baby te passen'

Inmiddels wachtten we al zes jaar. Je weet natuurlijk nooit precies wanneer er een goede match is, dus in de tussentijd kochten we een huis op de groei en gingen we aan de slag met een verbouwing. We ondergingen nog een laatste aanvullende keuring van de Centrale Autoriteit van Nederland – die kijkt of er écht geen mogelijkheid is dat de meisjes in eigen omgeving en land konden opgroeien, en of internationale adoptie noodzakelijk is. Daarna waren we door alle screenings heen. In de auto op de oprit van ons nieuwe huis werden Sander en ik in augustus 2021 gebeld: de directeur van het adoptiebureau. Die had goed nieuws: er was een adoptievoorstel! Drie Hongaarse zusjes – Olivia (7), Kayla (4) en Sadie (2,5) – waren aan ons gematcht. Ondertussen tikte Noah op het raam van de auto om ons gedag te zeggen en kwam Sanders vader net aanlopen om te helpen klussen: superchaotisch. De directeur vertelde allemaal details over de meiden en onze eerste ontmoeting, maar alles ging langs me heen. Ik geloofde gewoon niet dat dit echt gebeurde. Meteen na het voorstel kregen we een mail met foto's van de meiden, hun namen, een omschrijving van hun karakters en hun hobby's. Ze waren prachtig: zo lief, zo mooi. Ook Noah was door het dolle heen toen we het hem vertelden: hij had een lach van oor tot oor en was zo blij. 

Die middag liet ik ons klushuis voor wat het was, en ging ik kleding shoppen voor de meisjes. Jarenlang wendde ik mijn ogen af als ik over de meisjesafdeling liep, maar nu kocht ik een paar roze spulletjes die ik heel bewust in ons kale klushuis uitstalde: ik kreeg drie dochters. Toch voelde ik ook veel 'miskraamangst': ik was heel bang dat ik ook deze meiden zou verliezen en de adoptie toch niet door zou gaan. 

Tussen het telefoontje en de dag dat we de zusjes zouden ontmoeten, zaten vier weken. In die tijd moest het hele huis afgemaakt worden. Ik mailde de adoptiemedewerker een paar vragen, waaronder van welke kleuren ze houden voor de slaapkamer en met welk speelgoed ze graag spelen. Alles om ze zo comfortabel mogelijk te laten voelen. We klusten met onze familie en vrienden dag en nacht door, sloegen liters roze muurverf in en maakten de drie extra kinderkamers af. 

Een paar weken later zaten we eindelijk in de auto naar Hongarije. ​​Van tevoren realiseerde ik me goed hoe spannend het moest zijn voor de meiden om ons te ontmoeten. Ik wilde ze een cadeau geven als ijsbreker. We hadden van andere adoptieouders die verschillende cadeautjes gaven gehoord, dat dat onderlinge jaloezie bracht, en ze het gevoel hadden dat hun nieuwe ouders vast het andere kind leuker vonden. Dat wilden we niet. We besloten ze alledrie een pop te geven, zo eentje die water drinkt uit een flesje, en plast op een potje als je op de buik drukt. Met de poppen in de aanslag, liepen we het kamertje van de Raad voor de Kinderbescherming in Hongarije in voor de eerste ontmoeting. 

Het was zo bijzonder om ze eindelijk te zien. Ze waren prachtig, en veel kleiner dan ik dacht. Het liefst knuffelde ik ze helemaal plat, maar ik hield me in. Voor hen was het natuurlijk superspannend: drie van die vreemde, lange Hollanders in de buurt. Olivia, de oudste, durfde ons geen hand te geven, maar Noah wel. Daarna kwam ze ook naar ons toe. Door hem zag ze dat wij te vertrouwen waren. Gelukkig waren de poppen meteen een succes. Ze zorgden ook voor interactie: als de poppen geplast hadden, moest het potje vol 'plas' geleegd worden. De wc was helemaal aan de andere kant van het gebouw, dus we liepen steeds met de kinderen door de lange gangen. Daar durfden de meisjes voor het eerst onze hand vast te houden, en mochten we ze optillen om hun flesje te vullen onder de kraan. Ik liep met tranen in m'n ogen door die gang: ik ben hun moeder.

Na zes weken wennen in Hongarije, gingen de zussen mee naar Nederland. In onze tuin stond een bord met 'Welkom thuis lieve meisjes' erop in het Hongaars en Nederlands. Sadie was meteen weg van onze katten. Met een hoog piepstemmetje rende ze achter ze aan. Onze introverte kat Jack heeft zich de eerste maanden overdag op zolder verstopt. Maar Charlie, de extraverte kat, vond alle aandacht schitterend. Als een verklede prinses werd hij rondgereden door de woonkamer. Noah ontfermde zich meteen over zijn zusjes en leidde ze rond in ons huis. En vanaf het begin maakten we setjes: Sander ging boodschappen doen met Kayla en Sadie, dan deden Olivia, Noah en ik een spelletje. Alles zodat zij ook met z'n vieren close zouden worden. 

Lees ook: Laura werd gestalkt door haar moeder: 'Ik was altijd bang dat ze ineens voor m'n neus zou staan'

Onder andere op advies van adoptie-experts, leefden we het eerste jaar in onze gezinsbubbel. Alleen een klein groepje van vijf familieleden – opa, oma, tantes en oom – lieten we in die periode toe, met de rest spraken Sander en ik 's avonds af. Adoptie is heel traumatisch voor kinderen, en wij vonden het belangrijk dat ze hun rouwproces zouden doorlopen en zich aan ons zouden hechten. Het eerste jaar paste er ook niemand op. En we regelden vrijstelling van de leerplicht, om ze de rust en ruimte te geven om thuis te wennen, de taal te leren en alles te verwerken. Natuurlijk was iedereen heel nieuwsgierig naar onze dochters. Toen ze hier een halfjaar woonden, gaven we daarom wel een klein aankomstfeestje om ze voor te stellen aan vrienden en de rest van de familie. De meisjes waren toen al goed aan ons gewend, en zaten lekker in hun vel. Van tevoren gaven we iedereen strikte instructies: de meisjes niet aanraken, troosten, eten geven en oppakken, hoe schattig ze ook zijn. We wilden ze een veilig gevoel geven. 

Uiteraard was het superheftig voor de zusjes om alles wat hen bekend was, hun land, hun (pleeg)familie, het Hongaarse eten, hun vriendjes, achter te moeten laten. Alledrie zijn ze door een diep rouwproces gegaan. In het begin wilden ze ook heel graag terug. Olivia begreep vanaf het moment dat ze afscheid nam in Hongarije al: dit is voor altijd. Ze heeft het uitgeschreeuwd van verdriet, schold ons uit. We deden overdag zelfs de deuren op slot omdat we bang waren dat ze zou vluchten. Achteraf heeft ze ons verteld dat ze nooit zou zijn gevlucht, omdat ze dan haar zusjes had moeten achterlaten. Maar man, wat is dat kind hartverscheurend diep gegaan. Hoe heftig het ook was, we zijn blij dat ze door haar rouwproces is heengegaan. Inmiddels is ze zo gelukkig dat ze bij ons is en voor altijd mag blijven, en heeft die periode onze band juist nog meer verdiept. 

Onze middelste dochter, Kayla, vond de aandacht juist heerlijk. Ze woonde in een pleeggezin met tien kinderen, en kwam in een gezin van vier veel beter uit de verf. In het begin had je echt geen kind aan haar, tot ze op een dag vroeg wanneer ze terug zou gaan naar Hongarije. Toen ze zich eindelijk realiseerde dat dit voor altijd is, begon haar rouwproces. Na een tijdje vroeg ze: 'Mama, wil jij mijn anya zijn?' Anya is Hongaars voor mama. Dat was een heel bijzonder moment. 'Natuurlijk lieve schat,' zei ik, 'ik ben je anya voor altijd.' Daar hebben we samen tranen van geluk om gehuild. 

Lees ook: Mareikes man zit in de gevangenis: 'Hij leek de ideale schoonzoon'

Sadie had juist weer ontzettende verlatingsangst. Zij begreep het afscheid niet omdat ze met haar twee jaar zo jong was, in haar beleving is ze van het ene op het andere moment weggerukt uit haar veilige omgeving. Als ik naar de wc ging of naar boven liep, was ze in blinde paniek: wat als mijn moeder nooit meer terugkomt?

Wij zijn heel open over hun Hongaarse afkomst, land, familiegeschiedenis en verleden. Hun roots zijn onderdeel van wie ze zijn, en openheid daarover zorgt ook dat het een plekje kan krijgen in hun leven. Wij kijken vaak samen foto's terug en praten bijna dagelijks over hun leven in Hongarije. De taal spreken ze niet meer. Al aan het einde van de zes wenweken in Hongarije begrepen ze wat we bedoelden als we het hadden over de wc of eten. Ook konden ze zichzelf met minizinnetjes verstaanbaar maken. Het ging zelfs zo snel dat ze voor de kerst, toen ze nog geen twee maanden in Nederland woonden, al geen woord Hongaars meer verstonden en we niet meer konden communiceren via de luidspreker van de vertaalapp. Ook met z'n drieën spraken ze geen Hongaars meer. Dat verlies van taal was, vooral voor Olivia, best even slikken.

We zijn inmiddels een jaar in Nederland met z'n zessen, en verbreden langzaam steeds meer onze wereld. En hoewel we geen bloedband delen, herkennen we veel van onszelf in de kinderen: Olivia is net als Sander introvert. Met haar kun je heel mooie, diepe gesprekken hebben. Kayla is heel extravert, vurig en levendig als ik. Sadie en Noah zitten er beiden tussenin. In de toekomst zullen er zeker nog moeilijke momenten komen. Dat weet je als je gaat adopteren. Toch is er niets waar ik tegenop zie. Samen kunnen we het aan.'

Elines adoptieverhaal kun je volgen op Instagram en TikTok.

delen
Cilla Peters

Cilla Peters (1996) is de enige Fries op de &C-redactie (#prayforcilla) en zelfbenoemd kattenfluisteraar. Eet mergpijpen op zeer specifieke manier (eerst de chocola, dan de onderkant, daarna de vulling en als laatste de marsepein) en is gek op zinnen tussen haakjes zetten. (Maar dat had je vast al gemerkt.)

Meer van deze auteur