De (dramatische) zoektocht naar het perfecte gezinshuisdier: 'Ik wist beter: dit dier was een klootzak'

Oh Baby!

De (dramatische) zoektocht naar het perfecte gezinshuisdier: 'Ik wist beter: dit dier was een klootzak'

Redactie
Door

Redactie

Gepubliceerd op

10 maart 2025 om 20:00

Bron / Fotografie

tekst Marcel Langedijk, fotografie Tiago Ventura

Gepubliceerd op

10 maart 2025 om 20:00

Bron / Fotografie

tekst Marcel Langedijk, fotografie Tiago Ventura

De vrouw van schrijver Marcel Langedijk wilde een huisdier. Want leuk, leerzaam en gezond voor hun dochter, zeiden de onderzoeken. Marcel dacht er anders over. 'Dit dier was een klootzak.'

Een beetje gezin heeft tegenwoordig een huisdier. De labradoodles en golden retrievers zijn dus niet aan te slepen, maar ook hamsters, cavia's, poezen, konijnen en veelkleurige vogels gaan als warme broodjes over de toonbank. Natuurlijk hielp de pandemie daarbij, maar ook zonder corona blijven dieren onverminderd populair. Want: goed voor de kinderen.

Lees ook: Let op: blaffende honden bijten niet? Deze honden bijten juist wél

Wie zin heeft zich erin te verdiepen, struikelt over de online-onderzoeken die uitleggen dat kinderen die opgroeien met huisdieren over het algemeen meer zelfvertrouwen, empathie en verantwoordelijkheidsgevoel hebben. Bovendien is de diervriendelijke koter als volwassene sociaal vaardiger en ze ervaren minder stress. Maar als ik ergens een broertje dood aan heb, zijn het online-onderzoeken. Want ik mag dan zonder huisdieren zijn opgegroeid - mijn ouders hadden een ongefundeerde angst voor alles met een vacht en meer dan twee benen - ik blaak van het zelfvertrouwen en verantwoordelijkheidsgevoel, zoals ik ook empathisch en sociaal vaardig ben. Stress heb ik wel, maar dat heeft iedereen, behalve de dalai lama en Arie Boomsma. Dit alles bleek uit gedegen zelfonderzoek in mijn omgeving, waaruit overigens ook naar voren kwam dat ik 'best cynisch' ben, 'veel mopper' en 'een wijkende haargrens' heb, maar dat terzijde.

Ik besloot er hoe dan ook uit te concluderen dat ik geen huisdier nodig had om een aardig mens te zijn. Maar toen ontmoette ik mijn vrouw. Zij dacht er anders over, zeker na de geboorte van onze dochter. Ik mocht dan best aardig zijn, op dat cynisme, gemopper en die wijkende haargrens na, maar onze dochter moest wel degelijk worden blootgesteld aan dierenliefde. Dat was supergoed voor haar, zei mijn vrouw. Ze had allemaal online-onderzoeken over dit onderwerp gecheckt en kijk, hier had ik wat handige linkjes.

Lauwwarme hoop Een jaar lang hield ik stand tegen de smeekbedes van moeder en - inmiddels ook overtuigde - dochter, maar hoe cynisch ik ook ben, uiteindelijk won mijn empathie. Godzijdank wist ik met een laatste krachtsinspanning een hond tegen te houden. Want dat was hun inzet: het dier dat nooit zindelijk wordt. Ik snapte het niet. Hadden we eindelijk een dochter die de hele toiletgang zelf beheerste - geen gedoe meer met billendoekjes en spuitluiers - zouden we alsnog drie keer per dag achter een wezen aan moeten wandelen dat te pas en te onpas drollen dropt. Die jij op mag ruimen. Drie keer per dag een lauwwarme hoop stront in een plastic zakje frommelen? Ik dacht het niet.

En zo werd er besloten tot een kat. De naam hadden we al, opgedaan bij een vriend die vervelende mensen altijd uitschold voor 'loet', een wat coulantere uitvoering van 'lul'. Mijn vrouw vond de kat via via in een Brabants dorp. Twee uur rijden voor een rommelig rood katertje, maar voor gratis en de opwinding van onze dochter maakte veel goed.

Lees ook: Wat miauw je me nou? Veel mensen begrijpen hun eigen kat niet en dit is wat er fout gaat

Helaas bleek Loet een beest met issues. We zaten nog geen minuut te praten met de soon to be ex-eigenaar toen het dier ineens op de rugleuning van mijn stoel sprong, quasinonchalant aan mijn hoofd snuffelde om vervolgens met vier poten tegelijk en de klauwen uit mijn haargrens te bestormen. Hilariteit alom, iedereen lachen, mijn vrouw en dochter het hardst. Dat ik bloedde, scheen niemand iets uit te maken. Dit was 'té schattig, pap'. En in het universum van dierenliefhebbers blijkbaar een vorm van affectie. Maar Loet en ik gingen geen vrienden worden, zoveel was duidelijk.

Niet veel later reden we terug naar de andere kant van het land, ditmaal met een vrijwel continu jankende kitten op de achterbank. Boos vanwege de opsluiting in een reiskooi, zei mijn vrouw, maar ik wist beter: dit dier was een klootzak. Mijn dochter genoot ondertussen, brabbelde honderduit tegen haar nieuwe poezenvriend, zelfs toen die tot twee keer toe zijn kooi onder pieste. De ziekmakende geur - iets tussen komijnekaas en beerput - maakte mijn dag er niet beter op. Toch bleef ik empathisch, ik glimlachte zelfs naar vrouw en dochter. Tevergeefs. Ze voelden mijn onoprechtheid, dit was de lach van een seriemoordenaar.

Gat in de designbank Mijn vrouw begreep het niet. Ze had meerdere katten gekend in haar leven, maar die waren toch echt anders. Lieve, rustige beesten die op je schoot kwamen spinnen. Maar Loet was anders. Loet was een probleemdier. Dat zag mijn vrouw ook in, maar ze durfde het niet toe te geven. Ze mompelde dat we er 'eigenlijk een soort van respect' voor moesten hebben dat Loet binnen tien minuten na aankomst in zijn nieuwe huis een halve muur in de bijkeuken  van het behang had ontdaan én een gat had gegraven in de designbank die ik vijftien jaar geleden na lang sparen voor te veel geld had gekocht. Bovendien was die muur sowieso wel toe aan een nieuw behangetje. En was zo'n bank niet vooral een gebruiksvoorwerp? Ik lachte mijn seriemoordenaarslach.

De kattenbak bleek een soort Monkey Town voor Loet. Hij sprong er graag head first in, rolde rond in de korrels die zo fijn in zijn vacht bleven plakken en pieste of kakte vervolgens uitgebreid en zelfvoldaan in een hoek van de kamer. Het op-het-hoofd-van-argeloze-mensen-springen bleek geen uitzondering te zijn geweest. Het was blijkbaar een hobby van Loet, en voor mij uiteindelijk de verlossing uit mijn lijden. Na twee keer mijn dochters hoofd te hebben besprongen was de maat vol. Deze familie wilde een huisdier, maar kreeg een psychopaat - met alle respect voor Loet, die ongetwijfeld een ingewikkelde Brabantse jeugd achter de rug had in de villawijk waar hij vandaan kwam. Loet werd teruggebracht. En daarmee was de kous af.

Geen chemie De zalige rust duurde een krappe week, want toen begonnen de kinderen uit de klas van onze dochter en masse hamsters in te slaan. Sofia had er een, zei mijn dochter. En Noor, Chloë, Malou en Mila. Nog voor ik besloot voet bij stuk te houden, hadden moeder en dochter via Marktplaats een hamster inclusief hok, speeltjes, voer, snacks en bodembedekking gevonden. Voor dertig euro. Die bodemprijs en de vermelding dat de zoon van de verkoper was 'uitgekeken' op het dier, zouden mij zelf hebben behoed voor deze aankoop. Maar mij werd niets gevraagd. Dus hadden we ineens een goudhamster. Hij werd Oos genoemd, niet naar de Amsterdamse augurkenkoning, maar naar een van de jongste kinderen uit dat gezin in Een huis vol.

Lees ook: Capibara, of nee, cavia Ewa heeft een flinke groenteverslaving: 'Een slanke den zal ik nooit zijn'

Ik ga hier verder niet te veel woorden aan vuil maken: Oos sliep overdag, werd 's nachts wakker en hield niet van mensen. Mijn dochter haalde hem drie keer uit zijn kooi, maar van chemie bleek geen sprake. Ze vond hem binnen twee dagen stom en saai. Zoals Noor, Sofia, Mila, Chloë en Malou hun hamsters ook stom en saai vonden. De hamsters zelf leken zich daar overigens weinig van aan te trekken. Waarmee niet veel later de konijnen in ons leven kwamen. Ze leken me een veilige optie, want konijnen konden in een buitenhok, zorgden dus niet voor stankoverlast, vielen je niet aan en zouden ver weg zijn van mijn designbank. Bovendien waren ze 'hartstikke cute,' aldus dochter.

Benieuwd hoe het huisdierenverhaal van Marcel en zijn gezin is afgelopen, hoe het nu met Oos gaat en of die konijnen er zijn gekomen? Je leest het hele verhaal in &C's maartnummer 'Liefde zonder grenzen' dat nu in de winkels ligt, of bestel 'm hier online:

Scoor hier &C's maartnummer!

7 ,45

delen
Redactie

Het komt wellicht niet als een gigantische schok, maar de &C-redactie bestaat voornamelijk uit vrouwen. De een heeft een kind, de ander een plant, maar allemaal hebben ze een koffieverslaving. Oh, en ze dragen heus weleens wat anders dan pastel.

Meer lezen van Oh Baby!

Meer van deze auteur