Oh Baby!
1001 opvoedstijlen: wat heb je eraan, wat moet je ermee en welke is de beste?
Gepubliceerd op
28 oktober 2024 om 20:00
Bron / Fotografie
tekst Claudia Witteveen, fotografie Frank Brandwijk
Gepubliceerd op
28 oktober 2024 om 20:00
Bron / Fotografie
tekst Claudia Witteveen, fotografie Frank Brandwijk
Grasmaaierouders, de vuurtorenmethode, zelfs vrije-uitloop-ouderschap... De opvoedstijlen vliegen ons om de oren. Maar heb je er iets aan? En niet onbelangrijk: wat kan je kind ermee? We zochten het uit voor &C's novembernummer, en je leest hier een preview.
Vroeger hadden je ouders misschien één opvoedboek in de kast staan. Of nul. Er was slechts één opvoedstijl: je doet wat ik zeg. En hoewel we best kunnen zeuren over hoe onze ouders het deden, zijn wij toch prima uitgepakt? Niet zo gek dus als je je verbaast over hoe collega-ouders zich in allerlei bochten wringen. Omdat ze bijvoorbeeld online hebben gezien dat je je kind moet bulldozeren om er het maximale uit te krijgen. Of vrij als een vlinder door z'n eigen universum moet laten fladderen in de hoop dat het daardoor een genie wordt. Moet jij dat nu ook? En waar begin je, met een internet vol met wat voelt als tientallen verschillende handleidingen voor het leukste kind ever.
Lees ook: Ouders opgelet, dit is dé lifehack van de eeuw: waarom je jouw baby gebarentaal wil leren
We vroegen het twee ervaringsdeskundigen. Paul de Bont is vader van vier en schrijver van het boek Rust, regelmaat en fikkie stoken – 89 opvoedtips van 2 vaders. Opvoedcoach en psycholoog Valerie Ritchie is moeder van drie en oprichter van The Parental Coach. Zij hangen – het zal je niet verbazen – ook allebei een eigen stijl aan. Maar over één ding zijn ze het eens: kinderen willen vooral duidelijkheid.
Raar doen In Nederland hebben we er gek genoeg geen werkwoord voor. Waar Amerikanen zich druk maken over parenting hebben wij gewoon het ouderschap. Ook veel werk, alleen geen werkwoord. Opvoeden, dat hebben we wel. Maar dat is toch iets anders: je hebt raising a child en parenting. De hogere kunst van de toekomst van je kind garanderen door zelf zo min mogelijk fouten te maken. Dat klinkt... vermoeiend. En dat is het ook, of het nou wel of geen werkwoord is. 'Er ligt zo veel druk op ouder zijn vanuit de maatschappij. Wat nou als je kind mislukt...,' stelt De Bont. Hij is een documentairemaker en schrijver die thuis met zijn man twee tweelingen (inmiddels pubers) opvoedt en dat zo gezellig doet dat zijn omgeving hem keer op keer vraagt: 'Hoe dan?'
'Ik zag andere ouders worstelen en soms ronduit raar doen. Terwijl wij makkelijk en best lui deden en complimenten kregen over onze kinderen. Dat kan anders, dacht ik. Het kan écht makkelijker en leuker, dat hele kinderen opvoeden.' Na de geboorte van zijn eerste tweeling verdiepte De Bont zich in wat echt bekend is over opvoeding. 'Psycholoog Judith Rich Harris onderzocht de verschillen tussen twee-eiige en eeneiige tweelingen die bij verschillende ouders opgroeien en daaruit blijkt dat de invloed van de opvoeding door ouders bijna nihil is. Zo'n vijf procent. De invloed van je genen is ongeveer vijftig procent. En de andere bijna-helft is omgeving, vrienden, school. Waar je als ouders beslist om te gaan wonen heeft meer invloed dan hoe je de kinderen opvoedt.'
Generatieverschillen Nou zijn daar, surprise, verschillende denkwijzen over. Maar hoeveel de opvoeding van je kind ook uitmaakt voor hoe hij of zij later als volwassene wordt, we maken onszelf gillend gek met theorieën en probeersels die we van Instagram gelift hebben. Terwijl onze (voor)ouders zich er in bijna alle gevallen met twee vingers in de neus doorheen lachten. Dat laatste klinkt nu gek, maar is dat niet. De opvoeding van kinderen is iets waar we met z'n allen relatief kort echt mee bezig zijn. Pas in de zeventiende eeuw werd er voor het eerst iets opgeschreven over opvoeding, vanuit filosofisch oogpunt. Maar nadenken over opvoeding bestaat eigenlijk pas sinds eind negentiende eeuw, toen er wetenschappelijke interesse voor ontstond.
Lees ook: Is dat even een opluchting: dit is waarom je kinderen liever 'goed genoeg' opvoedt dan 'perfect'
In 1920 werd het grotere publiek ook een beetje wakker en waren het niet meer alleen tradities of gezinsgebruiken die dicteerden. Voor de Tweede Wereldoorlog waren ouders vooral bezig met het streng vormen van hun kinderen tot mensen die iets konden betekenen voor de samenleving. Na die oorlog kwam de beroemde (maar niet beroemdste) dr. Spock, die moeders leerde hun instinct te vertrouwen, maar ook een hele generatie kinderen creëerde die veel te veel mocht.
Dat leidde uiteindelijk tot een volgende generatie die het weer helemaal anders wilde doen en zich dacht te moeten inlezen. Een beetje dan. Het werkwoord parenting waar we het eerder over hadden, bestaat pas sinds nde jaren zeventig. Pas toen werd opvoeden veel meer een ding dat ouders zelf deden, in plaats van personeel/broers en zussen/opa's en oma's en wie zich er ook maar mee wilde bemoeien. Tot dat moment was het de taak van de ouders om het kind te krijgen, niet per se om het op te voeden.
Oké, en hoe pakken we het nu aan? Welke opvoedingsstijl wil je wel toepassen, en welke juist niet? Je leest het hele verhaal in &C's novembernummer dat nu in de winkels ligt, of bestel 'm vast hier:
Scoor hier &C's novembernummer!
delen
Redactie
@andcgramDe &C-redactie bestaat uit enkel vrouwen en iedereen verzamelt wel iets. Katten, memes of dates bijvoorbeeld. Ze slurpen koffie alsof er levens vanaf hangen, verruilen het diner maar al te graag in voor een snackbox van de lokale friettent en dragen heus weleens wat anders dan pastel. Wees maar niet bang.