Goed met geld: 4 leuke én verantwoorde manieren van zakgeld geven

Vanaf een jaar of zes kunnen kinderen de verschillende munten herkennen. Vanaf dat moment zou je dus met zakgeld kunnen beginnen. Nou kan je natuurlijk gewoon een bedrag per week of maand geven en zeggen: 'Joe, veel plezier ermee, kijk maar wat je ermee doet.' In de hoop dat je kind het een beetje verantwoordelijk besteedt. Maar wil je dat bewustzijn en die verantwoordelijkheid nog een extra zetje geven, dan wil het nog weleens helpen om er een paar extra 'regels' aan toe te voegen.

Lees ook: Voor het eerst op vakantie met je koter? Hier wil je rekening mee houden

Potje verdelen Je kan het geld ook over verschillende doeleinden besteden. Stel je geeft je kind 3 euro per week. Daarvan mag-ie 1 euro aan zichzelf besteden (of sparen), 1 euro besteden aan een goed doel of iemand die het kan gebruiken én 1 euro om met iemand te delen (een ijsje of een iets wat ze samen kunnen doen).

Je kan die verdeling natuurlijk helemaal zelf bepalen, eventueel samen met je kind, zodat die wel het gevoel blijft houden dat het echt zijn/haar/hun eigen geld en verantwoordelijkheid is.

Doelgericht Is jouw kind het type gat-in-de-hand en wil je 'm leren sparen? Dan helpt het om samen een spaardoel op te stellen. Iets wat hij/zij/hen heel graag wil hebben. Zorg dat 't niet te groot is, zodat het niet ellenlang duurt en 'ie de motivatie verliest. Wat ook helpt is om het te visualiseren: maak een poster met het spaardoel en hang het prominent op zodat je kind blijft zien wat het doel is.

Lees ook: 'Mama, wat was er zo fucking belangrijk?'

Spaarmeter Maak samen een spaarmeter en kleur elke keer als er een beetje meer geld is gespaard een vakje in of laat je kind een sticker plakken. Zo worden alle beetjes spaarcenten weer een nieuwe overwinning.

Goed voor de wereld Je kan het wekelijkse of maandelijkse zakgeld ook splitsen in half sparen en half naar eigen inzicht uitgeven en met speciale gelegenheden samen een donatie doen aan een goed doel, om je kind bewust te maken dat er ook kinderen zijn die het misschien wat minder hebben dan zijzelf.