Column
Een doodsbedreiging hier en een parkeerruzie daar – wat ben ik blij dat we dit met z'n allen doen!
Gepubliceerd op
29 oktober 2024 om 20:00
Bron / Fotografie
fotografie Aisha Zeijpveld
Gepubliceerd op
29 oktober 2024 om 20:00
Bron / Fotografie
fotografie Aisha Zeijpveld
Burenleed ervaar je overal, daar is columnist Carmen Felix inmiddels wel achter gekomen.
Of je fijn woont, wordt mede bepaald door je buren. In het ideale geval zijn ze aanwezig, maar niet té. Je groet ze, maakt een praatje, maar wordt niet te close. Of juist wel – het is maar net wat je wil. Ik ben niet zo veeleisend. Een 'hoi' en wat rust is alles wat ik vraag. Sinds ik in Amsterdam woon, heb ik geleerd dat het leven in een stad echter ook vaak betekent dat de burensituatie verre van optimaal is.
Ik kwam in 2005 op een smerig, klein kamertje in de Vogelbuurt in Amsterdam-Noord terecht. Bijna twee jaar lang luisterde ik nachtenlang geërgerd naar de rondscharrelende muizen onder m'n bed. De volgende zeven jaar deelde ik een appartement in Bos en Lommer. Een oerlelijk gevaarte uit de jaren tachtig met bijpassend interieur en veel te veel sociale controle van de buren die allemaal geen hobby of televisie leken te hebben. Ik maakte daar voor het eerst kennis met woonongemak.
Ik had het genoegen om rond twee uur 's nachts uit bed gebeld te worden door de buurman van twee verdiepingen onder mij omdat hij vond dat ik niet in de nacht mocht douchen. Dit kwam hij mij schuimbekkend in z'n onderbroek vertellen. Dat ik gewoon lag te pitten (droog!), daar had hij geen boodschap aan. Toen ik daarna bij mijn vriend introk, snapte ik eindelijk wat mensen bedoelen als ze verzuchten dat iedereen in Amsterdam (of in welke stad dan ook) weleens gezeik heeft met z'n buren. Deze keer waren het de bovenbuurvrouw en haar eeuwig bekvechtende kinderen die op betonnen slippers leken rond te tippelen. Elk gesprek daarover werd door haar afgekapt met de dooddoener 'Kinderen moeten lawaai kunnen maken.'
En ook nu, in ons huidige huis, een prachtige woning aan de rand van Amsterdam met voor- en achtertuin, twee kliko's en een gigantische zolder, ontkom ik af en toe echt niet aan het gekrijs van het burenstel waarvan je je afvraagt waarom ze nog bij elkaar zijn. Nou ja, ik heb tenminste geen rondklossende kinderen meer boven me wonen, dat is een opsteker. Maar soms wordt het je toch wat te veel, dat externe lawaai.
Wat me sterkt op dagen dat ik me dooderger aan het geluid van een basketbal die continu tegen een muur aan wordt gestuiterd door een eenzaam buurkind waardoor ik zuchtend naar Gelderse twee-onder-een-kappers ga loeren op Funda? Dat ik niet de enige ben. Ik haal veel kracht uit verhalen van vrienden, kennissen, familieleden en iedereen die wel een anekdote heeft. Een buurman die elke dag op hetzelfde moment zo hard z'n keel leegrochelt dat je gordijnen ervan trillen, een demente buurvrouw die stipt om acht uur meeschreeuwt met Nederland in beweging, vrienden die de pech hebben om naast lallende studenten met een prima soundsystem te wonen, een doodsbedreiging hier en een parkeerruzie daar – wat ben ik blij dat we dit met z'n allen doen!
Scoor hier &C's novembernummer!
delen
Carmen Felix
Instagram Carmen FelixCarmen Felix (38) is freelancejournalist, een meningenmachine en schreef het boek Je kunt het ook nooit goed doen. Ze is moeder van dochter Vesper en kat Cosmo. Elke maand schrijft ze een column voor &C Magazine.